Bij de
telefonische reservering voor het restaurant vraag ik om een tafeltje aan de
zijkant en dat is geen enkel probleem. Bij aankomst blijkt dat er één tafeltje
in het midden staat: dat van ons. De discussie over dit voorval zal ik u
besparen, maar het resultaat is dat we in het midden zitten, tussen twee
groepen van 10 personen, met alle herriegevolgen van dien.
Nadat de
ober de borden met reebout voor ons neer zet, steekt hij een monoloog af over
de ingrediënten. Er zijn drie soorten mosselen in verwerkt: paarse, rode en
witte. Kijk, zo leer je nog eens wat. Paarse mosselen, wie had dat gedacht! Als
hij verdwenen is inspecteer ik mijn bord. Geen mossel te bekennen. Ik uit mijn
onvrede tegenover mijn vrienden die tot mijn grote verbazing in een homerisch
gelach uitbarsten: “Wortelen!, hij zei wortelen!” Ze tuiten hun lippen, wat
geen zin heeft , want mosselen vragen om dezelfde tuit. Het is duidelijk, ik
ben de risee.
Vreemd hoe
vasthoudend ik als slechthorende ben in de zekerheid dat ik alles versta. Als
er iemand getuige was geweest van de conversatie die een vriend en ik onlangs
hadden, waande hij zich waarschijnlijk in een absurdistisch toneelstuk:
“Heerlijk,
zo’n cd-rom. En tussendoor geen reclame”.
“Nee, ik heb
het wel doorgelezen, maar moet het nog goed bestuderen”.
“Waar heb je
het over?”
“Nou dat kan
ik zelf bepalen, twee weken of zo”.
Voor mij
ging deze conversatie over het bestuderen van een cursusboek en hoe lang ik er
over zou doen. Ergens in mij huist de rots der ontkenning die maakt dat ik met
grote zekerheid conversaties voer van hoge artistieke kwaliteit.
Hergé, de
maker van Kuifje, heeft deze vasthoudendheid mooi in professor Zonnebloem
vastgelegd:
Kapitein Haddock: "Zeg, u hebt daarnet geen antwoord gegeven op mijn vraag... Komt
dat uitstapje naar de maan van u er nou ?"
Professor Zonnebloem: "Nou, als ik u was, zou ik kamferspiritus proberen."
Kapitein Haddock: "Ik heb 't niet over kamferspiritus, duizend bommen! Komt die maantrip er nou!..."
Professor Zonnebloem: "'s Morgens en 's avonds inwrijven."
Kapitein Haddock: "Kwibus! Of u nog naar de maan wou ...!"
Professor Zonnebloem: "Kan zijn... Maar heus, er gaat niets boven kamferspiritus!”
Professor Zonnebloem: "Nou, als ik u was, zou ik kamferspiritus proberen."
Kapitein Haddock: "Ik heb 't niet over kamferspiritus, duizend bommen! Komt die maantrip er nou!..."
Professor Zonnebloem: "'s Morgens en 's avonds inwrijven."
Kapitein Haddock: "Kwibus! Of u nog naar de maan wou ...!"
Professor Zonnebloem: "Kan zijn... Maar heus, er gaat niets boven kamferspiritus!”
Over de
misverstanden die ik met vrienden heb wordt hartelijk gelachen. Je kan je
afvragen of dat bij Zonnebloem ook het geval is:
Kuifje: “Dag, meneer Zonnebloem!”
Zonnebloem: “Warempel!...Onze vriend Kuifje!... Wat een verrassing!. Ik
hoop dat je een paar dagen blijft?”
Kuifje: “Jammer genoeg niet! Ik moet vanavond weer
thuis zijn…”
Zonnebloem: “Des te beter! Des te beter! Je kunt je
niet voorstellen hoe fijn ik dat vind!”
Nee, dan
maar liever de risee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten